De beurs blijft maar stijgen, hoe zit dat?
De AEX breekt na ruim achttien jaar weer door de 600 puntengrens. Gaat het dan zo goed met de economie? Toevallig horen we daar vandaag meer over als het Centraal Bureau voor de Statistiek om 9:30 uur het groeicijfer van het derde kwartaal bekendmaakt.
Ook het Duitse statistiekbureau komt met het nieuwe cijfer naar buiten, mogelijk nog interessanter omdat hierbij het gevreesde R-woord kan vallen. De R van Recessie; bibber, bibber, bibber. Duitsland is in dat geval de tweede grote Europese economie die voor het eerst sinds 2013 weer in een recessie verzeilt. Met Italië gebeurde dat (kortstondig) in de tweede helft van 2018.
Hervatting
Van een recessie is sprake bij twee achtereenvolgende kwartalen van economische krimp. In het tweede kwartaal kromp de Duitse Wirtschaft met 0,1 procent. Voor het derde kwartaal (juli tot en met september) wordt hetzelfde cijfer verwacht. Dat betekent formeel een recessie maar statistisch niet relevant. Bovendien wijzen actuele economische indicatoren op hervatting van de groei in het vierde kwartaal met 0,4 procent. Het beleggersvertrouwen groeit inmiddels weer bij de oosterburen.
Maar hoe de cijfers ook uitvallen, de werkelijke economie en de beurs, dat zijn twee verschillende werelden die al lang niet meer met elkaar in de pas lopen. Toch is er wel een verklaring voor de beursrally op het Damrak. Nederland kent tot vandaag een serie van 21 opeenvolgende kwartalen van groei, goed voor een stevige tweede plek. Wellicht springt de teller vandaag op 22. Het record staat op 32 kwartalen, uit de periode 1994 – 2001.
Toch gaan de beurskoersen onevenredig harder omhoog dan de groeipercentages in de echte economie, hoe zit dat? Dat heeft deels te maken met de natuurlijke neiging van de beurzen om te overdrijven. Bij een stijging lopen beleggers achter elkaar aan omdat niemand de boot wil missen. Bij een negatieve trend zoekt iedereen tegelijk de uitgang om te redden wat er te redden valt.
Aangezien de beurs veel vaker stijgt dan daalt – op zich logisch in een goed functionerende economie – sluipt er zo natuurlijk lucht in de aandelenkoersen. Dat proces is in de afgelopen tien jaar verder aangeblazen door het beleid van de centrale banken die met renteverlagingen en opkoopprogramma’s (QE, kwantitatieve verruiming oftewel de geldpers) de crisis bestreden waarin de wereldeconomie in 2008 verzeild raakte.
Infuus
Het infuus heeft de doodzieke patiënt geholpen en het leek er waarachtig op dat hij weer op eigen benen kon staan. In de VS werd de rente weer verhoogd. Op weg naar normaal, volgens de klassieke theorie volgt groei hogere rente en niet structureel andersom. Gelijktijdig werden de opkoopprogramma’s afgebouwd, ook in Europa. Hier was het herstel minder robuust en bleven renteverhogingen nog uit. Maar recentelijk werd het infuus toch weer aangebracht, preventief want de patiënt was nog gezond. Medisch gezien een vreemde ingreep, want wat doe je als de patiënt straks toch weer wegglijdt. Een infuus helpt niet, want daar ligt onze ‘zieke’ man immers al aan.
Rentewapen
Vertaald naar de rente betekent dit dat de rente weer verder is verlaagd, op het moment dat de economie er nog goed voor staat. Hiermee hebben de centrale banken zichzelf een wapen om de economie te stimuleren uit handen geslagen, voor het geval het weer eens mis gaat. En dat is historisch gezien een ‘zekerheidje’. Treden we dan echt een tijdperk binnen van negatieve rente, de enige manier om de rente nog verder te verlagen?
Een lage rente is goed voor aandelenbeleggers. Zegt immers Tina. Dat is de naam die de financiële wereld heeft bedacht als verpersoonlijking van There Is No Alternative. Want andere beleggingsvormen die afhankelijk zijn van de rentestand leveren nauwelijks nog iets op bij een rente van bijna nul. Tina is het kompas geworden van de wereld van het grote geld.
De AEX, de belangrijkste graadmeter van de Amsterdamse beurs, heeft dus eindelijk weer de grens van 600 punten geslecht, maar beweegt zich onder het record uit 2000 dat nog honderd punten hoger ligt op ruim 700 punten. Toch hebben beleggers goed verdiend als zij precies volgens de index hebben belegd. De AEX is geen herbeleggingsindex en telt de uitgekeerde dividenden niet mee. Die komen dus nog bovenop de koerswinsten.
Spectaculairder is de bonanza op de Amerikaanse beurzen. Laten we eerst maar eens een beroemde uitspraak van Alan Greenspan uit 1996 in herinnering roepen. Greenspan was toen voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, de Fed. Hij sprak toen van ‘irrationele uitbundigheid’ op de Amerikaanse beurs. De Dow Jones sloot 1996 af op 6448 punten. Gisteravond liet de Dow een nieuwe all time high zien van 27.783 punten. Dus ruim vier keer de overtreffende trap van irrationele uitbundigheid.
Eerder deze maand zei Ray Dalio: ,,Terwijl geld zo goed als gratis is voor mensen met geld en kredietwaardigheid, is het niet beschikbaar voor mensen zonder geld. En dat vergroot de kloof tussen arm en rijk, zorgt voor ongelijke kansen en politieke spanningen.”
Hè, wat een zure en opruiende taal. Zeker van een jonge verdwaalde gast van de Occupy Wall Street-beweging? Nee, toch niet. Ray Dalio (70) is een Amerikaanse miljardair, filantroop en hedge fund manager die op 5 november een stuk publiceerde met de titel ‘The world has gone mad and the system is broken’. De wereld is gek geworden en het systeem is kapot. Het is volgens hem tijd om in de VS de noodtoestand uit te roepen om de ongelijkheid te bestrijden.
Laten we de grafieken van de Dow Jones, ’s werelds belangrijkste beurs er nog maar eens bijnemen, vanaf eind 2007, met een slotstand van 13.264 punten. In het rampjaar 2008, waarin de bank Lehman Brothers omviel, verloor de index 34 procent, met een finish op 8776.
Ja het was een diepe, diepe mondiale crisis. Maar eind 2012, slechts vijf jaar later was het verlies welhaast weggewerkt met een slotstand van 13.104 punten in 2012. In de beursrally die bleef voortduren tot op heden sloot de Dow nog twee keer met een jaarverlies, in 2015 met een minnetje van twee procent en in 2018 met een min van zes procent. Het zoveelste nieuwe record van november 2019 met 27.783 punten is in twaalf jaar een ruime en ongekend snelle verdubbeling ten opzichte van de slotstand van 2007, toen de crash van 2008 dus nog moest komen.
Doorsijpeleffect
Kernvraag is in hoeverre het beleid van de centrale banken, de geldpers en de rentestappen, ook is doorgesijpeld naar de economie van de gewone mensen. Het doorsijpeleffect – eerst profiteren de rijken en superrijken maar later wordt ook de middenklasse er beter van – moet gelden als rechtvaardiging van het stimuleringsbeleid dat volgens veel economen onvoldoende in de reële economie is terechtgekomen en ook de inflatiedoelstelling van twee procent niet heeft gehaald.
Het doorsijpelen heeft in elk geval niet de spaarders en gepensioneerden bereikt. Pensioenfondsen hebben natuurlijk meegeprofiteerd van de beursrally, maar zij mogen volgens wettelijke voorschriften niet alles in aandelen beleggen. De rendementen wegen niet op tegen het wurgend effect van dekkingsgraad en rekenrente, waardoor kortingen dreigen.
De lonen zijn achtergebleven ondanks alle mooie groeikwartalen in Nederland. De huizenmarkt is door het goedkope geld oververhit geraakt. In Nederland kunnen voedselbanken de vraag niet aan, het aantal daklozen groeit. Het aantal kinderen onder de armoedegrens stijgt.
Is het systeem echt kapot? Hoe het ook zij, chauffeurs van de centrale banken besturen de bus waarin we met z’n allen zitten. Waarschijnlijk bevindt zich op de route ergens een ravijn. We kunnen slechts hopen dat ze tijdig de juiste afslag nemen.
Mediahuis Regionaal, 14 november 2019
INTERESSANTE LINKS
SCHAKEN
hsghilversum.nl
KRANTEN
gooieneemlander.nl