Gratis geld voor iedereen
Het idee is al een paar honderd jaar oud, maar het is er nooit van gekomen: het basisinkomen. Of volgens puristen het ‘onvoorwaardelijk basisinkomen’: de overheid verstrekt iedere burger een vast inkomen, zonder inkomenstoets of werkverplichting. Een inkomen dat hoog genoeg is om een bestaan als volwaardig lid van de samenleving te garanderen. Gratis geld voor iedereen dus, zoals de titel luidt van een vorig jaar verschenen boek van Rutger Bregman.
Het basisinkomen lost het armoedeprobleem op en het stelsel van uitkeringen en toeslagen is overbodig, dat bespaart veel geld. Ook de controle op de naleving van allerlei regeltjes kan vervallen, de overheid kan dus afslanken. Als mensen kunnen terugvallen op een basisinkomen komt er ruimte voor mantelzorg, de door de overheid zo vurig gewenste participatiesamenleving kan van de grond komen.
Het klinkt als een utopie en dat is het ook. Afschaffing van de slavernij was dat echter ook en toch is het ervan gekomen. Zo zijn er meer dromen die zijn uitgekomen. Daarom duikt het begrip steeds weer op, vooral in perioden van hoge werkloosheid. Logisch dus dat het onderwerp ook nu weer in de belangstelling staat.
Wederom slechts tijdelijk? Dat hangt van de ontwikkeling van de werkloosheid af. Blijft die structureel hoog of kan een aantrekkende economie voor verbetering zorgen? Over prognoses voor de arbeidsmarkt zijn er rapporten genoeg. ‘Een toekomst die werkt’ van de commissie-Bakker (2008) voorspelde dat Nederland al in 2015 een tekort van 350.000 arbeidskrachten zou kennen. Oeps. Ook andere prognoses die duiden op een krappe arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing zijn inmiddels dik achterhaald. Recente studies wijzen juist op het gevaar van een enorm banenverlies door robotisering. Economische groei is vooralsnog baanloos of in het gunstigste geval baanarm. Onvoldoende om alle nieuwkomers op de arbeidsmarkt een kans te geven. Rekening houdend met de opmars van robots lijkt een samenleving met een hoog aantal kanslozen een somber maar realistisch scenario.
Een situatie waar veel mensen zich grote zorgen over maken, bleek kortgeleden ook uit een representatieve steekproef van de Ombudsredactie van deze krant. Opvallende uitkomst hiervan was dat 56 procent van de mensen die reageerden voorstander is van een oplossing via herverdeling van arbeid en het basisinkomen.
Deze uitkomst wijkt af van een landelijke enquête van TNS Nipo. Slechts drie op de tien Nederlanders staan volgens dit onderzoek positief tegenover het basisinkomen. Vijftig procent is negatief. Het idee van een basisinkomen is niet specifiek ‘links’ of ‘rechts’, het loopt door alle politieke partijen heen. Wel zijn de meeste voorstanders in het linkse kamp te vinden en de meeste tegenstanders bij de VVD. Onder aanvoering van premier Rutte, die november vorig jaar nog maar eens benadrukte ‘geen taak voor de overheid te zien bij het verzorgen van inkomens’. Het congres van D66 nam eind vorig jaar een motie voor nieuw onderzoek naar het basisinkomen aan.Of het er ooit van komt, is de vraag. Er zijn wel succesvolle experimenten op kleine schaal in het buitenland (Canada, Namibië). Invoering van het basisinkomen in Nederland is echter een enorme stap, los van het vraagstuk van de betaalbaarheid. Onze arbeidsethos (‘wie niet werkt, zal niet eten’) verzet zich er tegen. Wie gaat nog werken als een basisinkomen straks is gegarandeerd? Historicus Rutger Bregman, die als ‘correspondent vooruitgang’ over dit onderwerp publiceert, belichtte dit probleem tijdens een lezing als volgt: Vraag een groep mensen of ze op de bank blijven zitten als ze een basisinkomen krijgen. 99 procent zal antwoorden: nee, ík niet, ík heb ambities, ík wil bijdragen aan de samenleving. Vraag aan dezelfde groep wat ze denken dat anderen zullen doen. Waarschijnlijk zal ook 99 procent zeggen: ja die blijven dan op de bank zitten. Hier klopt dus iets niet.
Er kleven veel haken en ogen aan het basisinkomen, maar het verdient serieus onderzoek. Het is een manier om onze welvaart te verzilveren, bij voorkeur in combinatie met een duurzame, circulaire economie. Zeker nu het almaar-meer groeisysteem ernstige uitputtingsverschijnselen vertoont. Met als toekomstbeeld een groeiende perspectiefloze onderklasse.
HMC, Opinie, 10 januari 2015
INTERESSANTE LINKS
SCHAKEN
hsghilversum.nl
KRANTEN
gooieneemlander.nl