Robotisering
Een paar weken na Prinsjesdag is de robotisering van de samenleving opeens een actueel thema. Vreemd, in de Troonrede is er met geen woord over gerept, terwijl werkgelegenheid de hoogste prioriteit van het kabinetsbeleid heeft. En nu zegt minister Asscher van sociale zaken en werkgelegenheid op een maandagmiddag doodleuk dat robots in staat zijn ‘om werknemers te vervangen in een aanzienlijk deel van de bestaande banen’.
De bewindsman citeerde in zijn toespraak op een congres in Den Haag de vermaarde Britse econoom Keynes die in 1930 in een beroemde lezing (‘De economische toekomst van onze kleinkinderen’) waarschuwde voor ‘technologische werkloosheid’.
Keynes heeft op dit punt geen gelijk gekregen, stelt Asscher vast. Maar dit biedt volgens hem geen garanties voor de automatiseringsgolf die ons nu te wachten staat door de opmars van de robots.
Asscher citeert Keynes eenzijdig, diens vrees voor een torenhoge werkloosheid gold alleen voor de beginperiode. Daarna zou de westerse levensstandaard in een periode van honderd jaar minimaal verviervoudigen. In 2030 zouden we nog maar vijftien uur in de week werken, voorspelde de grootste economische denker van de vorige eeuw. Het zijn juist deze woorden die zijn toespraak zo beroemd hebben gemaakt.
Met nog ruim vijftien jaar te gaan tot 2030 moeten we vrezen dat Keynes geen gelijk krijgt met zijn werkweek van vijftien uur. De verviervoudiging van de levensstandaard is – gecorrigeerd voor inflatie – wel gerealiseerd, reeds in 2000.
Keynes heeft de richting van korter werken dankzij de opmars van techniek wel briljant aangevoeld. In 1930 draaiden arbeiders nog werkweken van zestig uur. Nu bedraagt de gemiddelde werkweek in Nederland 27 uur, het laagst ter wereld, maar ons land zit wel in de mondiale kopgroep wat arbeidsproductiviteit betreft.
In de jaren tachtig stokte het verkorten van de werkweek. De lokroep van consumptie werd sterker dan het verlangen naar nog meer vrije tijd. We hadden geld nodig om spullen te kopen. Als het inkomen hiervoor ontoereikend was, gingen we lenen. Dat leidde tot een onhoudbare schuldgedreven groei, en is – in een notendop – de verklaring voor de misère die ons nu al jaren in de greep houdt.
De laatste jaren wint bovendien de gedachte veld dat we door de opkomst van economische tijgers uit Azië eerder weer harder moeten gaan werken. En we zijn bang gemaakt met rapporten die waarschuwen voor enorme arbeidstekorten door de vergrijzing. Rapporten die nu kennelijk ergens onder in een la liggen.
Gelukkig gaan robots ons straks werk uit handen nemen. Een goede reden om korter werken weer op de agenda te zetten, ook voor een eerlijke verdeling van het werk. Mensen krijgen stressvrij volop ruimte voor vrijwilligerswerk en mantelzorg, activiteiten die nu in economische cijfers zijn ondergewaardeerd. Asscher heeft in zijn toespraak voor dit aspect geen aandacht. Vooral ander onderwijs moet voorkomen dat grote groepen, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt, straks buitenspel komen te staan, op zich niks mis mee. Asscher merkt ook op dat robotisering oplossingen vergt die buiten de huidige gangbare denkpatronen liggen. Dat stemt hoopvol. Het maakt zijn toespraak vele malen interessanter dan de schrale tekst die de regering koning Willem-Alexander in de Troonrede liet voorlezen. Helaas negeert Asscher Keynes’ gedroomde werkweek van 15 uur. Het blijft dus een droom. Een samenleving waar een groot deel van de rijkdom terecht komt bij een kleine elite van kapitaalbezitters, financiers en supermanagers is een nachtmerrie.
HMC, Opinie, 4 oktober 2014
INTERESSANTE LINKS
SCHAKEN
hsghilversum.nl
KRANTEN
gooieneemlander.nl