Schaken schoon en sexy
Als Magnus Carlsen vandaag de felicitaties in ontvangst neemt voor zijn 23e verjaardag doet hij dat als de kersverse wereldkampioen schaken. Zijn machtsgreep werd verwacht en is met gejuich ontvangen. Met Carlsen begint een nieuw tijdperk, een tijdperk van schoon schaak, sexy zelfs.
De schaaktweekamp om de wereldtitel tussen Anand en Carlsen gaat de geschiedenis in als een schone match. Incidenten? Niet een. Het gedrag van de spelers? Voorbeeldig, saai zelfs. Persconferenties? Slaapverwekkend, tenenkrommend.
De verhalen gaan meer dan vroeger over de partijen en de spelers als moderne topsporters, over de aflossing van wereldkampioen Vishy Anand door het fenomeen uit Noorwegen, Magnus Carlsen, als vertegenwoordiger van een nieuwe generatie.
Een scherp contrast met vroeger: spelers die weigeren elkaar de hand te schudden, die vijandig zelfs ieder contact mijden. Het zijn tweekampen waar geen einde aan lijkt te komen. Maanden en maanden sleept het gevecht zich voort, regelmatig onderbroken door weer een rel.
Wat is er veranderd? In de eerste plaats de spelers. Het zijn niet meer de enorme ego’s van weleer die acteren in het schemergebied tussen genialiteit en krankzinnigheid. Met dank aan het einde van de Koude Oorlog. In die periode kenmerken tweekampen zich door een enorme politieke lading. Ze staan bol van bizarre incidenten. Denk aan Fischer en Spasski (1972) en Karpov en Kortchnoi (1978).
Schoon schaak, dat beleven we nu. Topschakers zijn mentaal evenwichtige persoonlijkheden. Het zijn niet meer de complexe – maar ook kleurrijke – karakters van toen, of weten het beter te verbergen. Ze werken hard, turen een groot deel van de dag naar het scherm van hun laptop met databases waarin miljoenen partijen zijn opgeslagen. Ze komen vaker in de sportschool dan in de kroeg.
Wie niet fit is, valt af. Paranoia, drang tot zelfvernietiging (Fischer), je komt het niet meer tegen.
Het spel op de 64 velden geldt al meer dan tweeduizend jaar als een zuiver spel. Mystiek omdat niemand het volledig begrijpt en perfect kan spelen, prestigieus ook. Logisch dat regimes in de verleiding komen de heerschappij in die sport uit te leggen als een bevestiging van de intellectuele superioriteit van het eigen politieke systeem. Maar die tijd ligt achter ons.
Carlsen, of het beeld dat de media van het nieuwe schaaktijdperk geven, dringt ook het stereotype plaatje van schakers als nerds en autisten naar de achtergrond. Vandaar de juichstemming, die een beetje lijkt op de euforie na Obama’s verovering van het Witte Huis. Yes, we can. Change! Met Carlsen als boegbeeld hoopt de schaakwereld eindelijk de sprong naar de televisie te kunnen maken en grote sponsors binnen te halen.
Schaken vaker op de buis dankzij het Carlsen-effect? Van de Obama-euforie is al weinig meer over en de Carlsen-hype zal ook snel zijn uitgewerkt. Voor het televisiepubliek is kijken naar schaken immers net zo interessant als om te zien hoe gras groeit. Televisie en schaken, het zal nooit wat worden.
Voor buitenstaanders is het onmogelijk om de kracht en schoonheid van een briljante combinatie te doorgronden. Daarvoor is flink wat basiskennis nodig. Pas dan roepen de zetten emoties op, emoties waar de televisie op drijft. Het gebeurt op de tv als vanzelfsprekend bij een rush van Ronaldo, een dribbel van Messi, de schaatsmacht van Kramer, een drievoudig turnelement van Epke, gevolgd door een perfecte landing. Goud! Maar wat moet Tom Egbers ons in hemelsnaam melden over een diepzinnige torenzet van Carlsen?
Uitleg op een elektronisch scherm? Meer dan de helft van de kijkers zapt meteen weg. Logisch dat de tv ons liever beelden laat zien van een voetballende Carlsen, met als conclusie dat schaken vroeger misschien suf was, maar nu niet meer. En wat een lekker ding is die Carlsen toch. De hunk Magnus Carlsen, hijgt de reporter van het NOS Journaal. Schaken is opeens sexy. Simpel geredeneerd en laagdrempelig gebracht, maar wezenlijk niet anders dan de eenzijdige stereotype benadering van vroeger, alleen is het beeld nu positief. Juich niet te hard, de volgende keer kan het weer anders zijn.
Voor schaken is een beter medium dan televisie beschikbaar: internet. De zetten zijn er rechtstreeks te volgen, vergezeld van goede uitleg. Computers denken mee en bieden leerzaam houvast. Camera’s brengen de spelers gedurende de partij in beeld, plus tal van multimediale toeters en bellen, het is prachtig.
Meer mensen dan ooit volgen op deze manier een schaaktweekamp om de wereldtitel: Anand – Carlsen trekt in twee weken op de toernooisite meer dan een miljard bezoekers. Een krachtig bindmiddel voor alle Caïssa-gelovigen, het werkt wellicht als een magneet op mensen die tot die groep willen gaan behoren. ‘Web first’, alle ballen op internet, daar ligt de toekomst voor de schaakwereld, schaken en internet, een perfect match.
Waarom zijn schakers dan nog niet tevreden, waar komt die missiedrang toch vandaan, waarom moeten meer mensen gaan schaken? Voor een betere wereld, dat zal het antwoord zijn. Iedereen die zich verdiept in het spel, wacht een royale beloning: structuur, spelenderwijs. Het besef dat er regels zijn en wetmatigheden die je moet volgen. Maar soms ook juist niet. Het besef dat je moet kiezen en de daaropvolgende snelle confrontatie met de consequenties van die keuzes. Het helpt je in je leven, ook als je de grootmeestertitel niet haalt.
Pluk een kind uit een sloppenwijk, zet het achter het schaakbord. Het kost bijna niets en de kansen op een betere wereld nemen toe, hoe klein ook. Onderschat vrouwen niet, de andere helft van de wereldbevolking. Je komt ze bij ons nauwelijks tegen op de clubavond van schaakverenigingen. Kijk naar India waar een toernooi voor meisjes zomaar 1000 deelnemers trekt. Ze ontwikkelen zich razendsnel, verbazen ons als ze over de wereld uitzwermen. Je ziet ze overal in de toernooizalen, exotische combinaties van beauty en brains.
Ze duiken straks vast ook weer op in Wijk aan Zee. De inschrijving loopt een maand, het toernooi van januari 2014 is bijna al weer volgeboekt, met ruim 1600 deelnemers. Er is fysiek niet meer ruimte, anders zouden het er nog veel meer zijn.
Jammer dat Carlsen ontbreekt op het podium waar hij enkele jaren geleden als jong ventje voor het eerst de aandacht op zich vestigde. Of? Toernooidirecteur Jeroen van den Berg heeft nog een plekje opengelaten in de elitegroep. Er gaan zeker nog mailtjes uit naar Noorwegen. Carlsen, de topfitte hunk, is over twee maanden toch wel voldoende uitgerust? Wijk aan Zee heeft recht op zijn komst.
Stoel naar ziekenhuis voor röntgenonderzoek
De Amerikanen winnen in de twintigste eeuw de wedloop naar de maan. De Sovjets zijn daarna nog meer gehecht aan hun schaakdominantie. Er dreigt gevaar: de Amerikaan Bobby Fischer.
Reykjavik 1972: Fischer – Spasski, de match van de eeuw, het genie tegen het systeem. Lang is onzeker of er wel een zet zal worden gespeeld. Fischer komt toch, nadat zijn eisen zijn ingewilligd. En wint, in een match die bol staat van incidenten over straling, hypnose, geluid van tv-camera’s. Een stoel moet door het röntgenapparaat: er zitten wellicht zender- tjes van de KGB in.
Het kan nog gekker: Karpov – Kortchnoi in de Filipijnen, 1978.
Kortchnoi, pas gevlucht uit de Sovjet-Unie. Ruzie over vlaggetjes, een bekertje yoghurt met een geheime boodschap, klachten over dr. Zoukhar, die de uitdager uit zijn evenwicht zou willen brengen door hem aan te staren. Wéér moet een stoel voor röntgenonderzoek naar het ziekenhuis.
Ook apart zijn de zich oneindig voortslepende matches tussen Karpov en Kasparov. Van recente datum is het duel tussen Topalov en Kramnik in 2006. Kramnik bezoekt veelvuldig het toilet om – zo luidt de beschuldiging – de computer te raadplegen. Toiletgate, schaken is weer voorpaginanieuws. Kramnik wint, als ’de wereldkampioen die zo nodig moest’.
Schaken op school
(…) overwegende dat schaken als sport toegankelijk is voor kinderen uit alle sociale geledingen, en daarom kan bijdragen aan sociale cohesie en aan beleids- doelstellingen als sociale integratie, bestrijding van discriminatie, terugdringing van criminaliteit en zelfs de bestrijding van verschillende verslavingsvormen; overwegende dat schaken de concentratie, het geduld en het doorzet- tingsvermogen van het kind, ongeacht de leeftijd, kan verbeteren, en ook het gevoel voor creativiteit, de intuïtie, het geheugen, het analysevermogen en de be- sluitvaardigheid ten goede komt; ook vastbeslotenheid, motivatie en sportiviteit worden door schaken bijgebracht;
vraagt de Europese Commissie aan de lidstaten de invoering van het programma Schaken op School in het onderwijssysteem van de EU-lidstaten aan te moedigen (…)”.
Verklaring Europees Parlement, 2012
HMC, Plus-bijlage, 30 november 2013
Startpagina Journalist en Schaker
Overzicht Schaak Wereldkampioenschap
INTERESSANTE LINKS
SCHAKEN
hsghilversum.nl
KRANTEN
gooieneemlander.nl