Waarom Sanders kan gaan winnen

De Amerikaanse presidentsverkiezingen krijgen veel aandacht, misschien buiten de VS nog wel meer dan in het land zelf.
Op 8 november zal vermoedelijk slechts de helft van de Amerikanen gaan stemmen. Nederland kent er groot belang aan toe. Het gaat immers om de nieuwe president van het machtigste land van de wereld. De focus ligt op twee kandidaten, de schreeuwlelijk Trump bij de Republikeinen, de voormalige first-lady van het Witte Huis bij de Democraten. Tot de voorverkiezing in Iowa was Trump de belangrijkste kandidaat bij de Republikeinen, in de uitslag werd hij verrassend tweede, dichter bij nummer drie dan bij de winnaar, Ted Cruz.
Hillary Clinton gold bij de Democraten als zekerheidje. Niemand nam de kansen van Bernie Sanders serieus. Maar Clinton won slechts nipt, mede doordat er in het bijzonder ingewikkelde kiessysteem zes keer geloot moest worden. En alle zes keer won lucky Hillary.
Sanders is 74. Hij noemt zichzelf socialist, het op een na meest gehate woord in de VS (na communist). Hij blijkt een enorme aantrekkingskracht te hebben op jongeren. Hoe is dat te verklaren?
De almaar krimpende Amerikaanse middenklasse zou een verklaring kunnen zijn. De kloof met de top wordt groter, ook in de afgelopen jaren van economisch herstel. Een tweede verklaring kan zijn dat deze fase van de voorverkiezingen samenvalt met een film: ‘The big short’. Dat is een indrukwekkende aanklacht tegen de graaicultuur die de kredietcrisis veroorzaakte, genomineerd voor vijf Oscars. Als deze keiharde film aanslaat bij het grote publiek – en daar lijkt het op – kan het een factor worden in de verkiezingsstrijd.
Uiteraard in het voordeel van Sanders die volgende week dinsdag Clinton lijkt te kunnen verslaan in New Hampshire. Met een kop-of-munt schijnoverwinning in Iowa en een dreigende nederlaag in New Hampshire ziet het er niet best uit voor het Clinton-kamp. Maar Washington is nog ver.

HMC, opinie, 4 februari 2016

Startpagina Journalist en Schaker

Overzicht Internationaal